Rondreis Georgië: bergen, wijn en kloosters (veel kloosters)

Heb je even? Want Georgië is zó’n land dat je niet in een paar regels kunt vangen. Denk: eeuwenoude kloosters op afgelegen bergtoppen, wijnkelders in grotten, dorpen die tegen dramatische bergwanden geplakt lijken en mensen die je welkom heten met zelfgestookte cha cha waar je slokdarm spontaan van in de brand vliegt. En dat is nog maar dag twee.

Onze reis startte met een vroege vlucht van Düsseldorf naar Tbilisi met Eurowings – handig, snel, en nog net te doen met een beetje nachtbraken. Omdat we geen zin hadden in gestress, sliepen we de nacht ervoor in het Holiday Inn Express Düsseldorf Airport – aanrader als je net als wij liever wakker wordt met een croissant dan met stressvlekken.

Tbilisi: sfeer, geschiedenis en 3 Heritage Rooms

Tbilisi is zó’n stad waar je eigenlijk een week voor moet uittrekken, maar wij trapten af met een kort verblijf bij het charmante 3 Heritage Rooms in het oude centrum. Warm welkom, veel stijl, en perfect om de stad in te slenteren.

Op dag twee boekten we via de app GuruWalk een wandeling met een lokale gids – aanrader! In een paar uur zie je niet alleen de bekende highlights, maar duik je ook steegjes in waar je zelf nooit was gekomen. Van verborgen binnenplaatsen en street art tot uitzichtpunten boven de stad. Je krijgt meteen wat achtergrond mee én leuke tips voor eten, drinken en ontdekken.

Van grotkloosters tot wijnproeven in de bergen

Georgië is op zijn mooist wanneer je de stad uit rijdt. Onze eerste stop: het mysterieuze David Gareja-kloostercomplex. Een surrealistisch landschap op de grens met Azerbeidzjan, met grotkapellen, muurschilderingen en... stilte. Heel veel stilte.

Door naar Sighnaghi, hét wijnstadje van Georgië. Onderweg even afslaan naar het Bodbe-klooster – de laatste rustplaats van Sint Nino (yep, die het christendom naar Georgië bracht). We sliepen in het supercharmante BB Elegance, waar we als welkom een glaasje cha cha kregen – een vurige lokale grappa-achtige drank. Lief bedoeld, maar onze slokdarm dacht er anders over.

Kakheti: wijnhemel in de Kaukasus

In de wijnregio Kakheti vind je het beste van Georgië: uitgestrekte wijngaarden, vriendelijke locals en epische uitzichten. Wij stopten bij Wijnhuis Khareba, waar de wijn rijpt in tunnels van bijna 8 kilometer lang – carved right into the mountain. De rondleiding is leuk, maar de proeverij nóg beter (zeker die Saperavi).

Daarna reden we verder naar het oude Nekresi-klooster, op een heuvel boven de Alazani-vallei. Oud, fotogeniek en vooral heel erg vredig.

Kazbegi: high vibes in de hoge Kaukasus

Via de Georgian Military Road richting het noorden – een route met geschiedenis, bergen, en trucks. Veel trucks. Maar ook stops zoals het schilderachtige Anaoeri-klooster aan het Zhinvali-meer, het kleurrijke Sovjetmonument bij Gudauri, en de dramatische Dzjvaris-pas op 2379 meter.

In Kazbegi (Stepantsminda) logeerden we in het prachtige Landscapes Hotel Kazbegi, in kleine huisjes tegen de bergwand. Uitzicht op de besneeuwde toppen? Check. Vroeg uit de veren voor de hike naar de Gergeti Trinity Church – toeristisch, maar absoluut de moeite waard. Zeker als je er vroeg bij bent.

Juta: de verborgen parel van de Kaukasus

Nog een stukje verder omhoog ligt Juta, een bergdorp op 2200 meter hoogte. Denk: ruig, stil, puur. Wij sliepen in de gezellige BB MetiTsa, waar gastvrouw Natalie een traditionele maaltijd voor ons kookte – comfort food met uitzicht op de "Georgische Dolomieten" aka de Chaukhi-bergen.

Waarom je nu naar Georgië moet (en je wijnglas niet moet laten vallen)

Georgië is voor reizigers die houden van een beetje rauw, veel cultuur, ongerepte natuur en gastvrijheid met een hoofdletter G. Je rijdt van wijngaard naar klooster, van bergdorp naar wijnkelder – en je wordt onderweg volgegoten met verhalen, drank en liefde. De infrastructuur is prima, de mensen zijn vriendelijk, en de landschappen zijn next level.

Wij reizen verder naar Armenië – maar Georgië? Dat zit nu al in ons hart.